Een meervoud van stemmen voor Turkije: Essay van Yavuz Ekinci

Elke dag leest u een van de negen teksten van Turkse auteurs over ‘Het Turkije waar ik van houd’. Sinds de mislukte staatsgreep in Turkije een jaar geleden is de vrijheid van meningsuiting in Turkije ernstig in gevaar. PEN Vlaanderen focust dit jaar dan ook op Turkije met het project ‘Een meervoud aan stemmen voor Turkije.’ Vandaag leest u de tekst van Yavuz Ekinci.

Ik ben eenzaam als een scheepswrak op de bodem van de zee – Yavuz Ekinci

We maken tijden door waarin mensen onthoofd worden door duistere individuen, waarin mensen die de zee nog nooit gezien hebben en niet kunnen zwemmen in opperste wanhoop de zee oversteken, waarin steden veranderen in ruïnes, zeeën in graven, zielen in karkassen, waarin het kwade op handen gedragen wordt, de duisternis zich over alles heen legt.

Op zo’n dag dat de duisternis zich over alles heen legde, de hoop zo zwak was als het lichtje aan het eind van de tunnel, en ik me, als zovele anderen als ik, eenzaam voelde als een scheepswrak op de bodem van de zee, ben ik naar Sur gegaan, het historische centrum van Diyarbakır. Na een onafgebroken uitgaansverbod van 103 dagen was Sur gewond als een lichaam dat uit de gevangenis van Diyarbakır kwam.

Ik liep tussen verwoeste huizen, over opgebroken wegen, langs ingestorte moskeeën en omgevallen masten. In de blik van de mensen lag een grote leegte, op hun gezicht een enorme weemoed, in hun houding een zichtbare spanning. Niemand keek een ander aan. Iedereen boog het hoofd of keek weg om andermans blik niet te hoeven zien. Iedereen voelde de schuld schuldig te zijn tegenover alle anderen.

Voor een oud huis met kapot geschoten muren, ingestorte plafonds, en omgevallen deuren bleef ik staan. Door de kogelgaten in de muur hipten mussen met strootjes in hun bek. Ik bleef staan en keek naar de stralend blauwe lucht, ver, heel ver weg, en naar de voorbij drijvende witte wolken.

De vogels die een nest maakten in de kogelgaten in de muur werden voor mij een bron van hoop. Terwijl ik daar stond en bewonderend naar de vogels keek, bezig zich te nestelen in die kogelgaten, moest ik denken aan een spreekwoord van de Indianen: ‘Wie bij storm en wind naar de takken van een boom kijkt, ziet dat de boom zal vallen, wie naar zijn stam kijkt, ziet dat hij stevig op zijn plek staat.’

In deze winderige dagen, waarin de duisternis zich over alles heen legt, ik me eenzaam voel als een scheepswrak op de bodem van de zee, kijk ik niet naar de takken van de bomen, die erbij hangen alsof ze ieder moment op de grond kunnen vallen, maar naar de stam, die zo stevig staat alsof hij nooit om zal kunnen vallen.

 

Yavuz Ekinci (1979) is schrijver. Hij studeerde pedagogie en begon les te geven in 2001. Hij behaalt momenteel zijn master in Turkse Literatuur. In het literaire werk van Ekinci staan de Koerden centraal. Hij publiceerde vier romans en drie bundels korte verhalen. Hij wordt geïnspireerd door het landschap en de atmosfeer van Zuidoost-Turkije. Op een persoonlijke manier verhaalt hij over de hoop en de pijn van de Koerdische bevolking die strijdt voor autonomie en burgerlijke rechten. Yavuz Ekinci is redacteur van een reeks Koerdische ballingschapsliteratuur. Ekinci ontving verschillende prijzen voor zijn werk, waaronder de Yunus Nadi Prijs, de Human Rights Association Story Award en de Yaşar Nabi Nayır Prijs.

Vertaling van ‘Denizin Dibindeki Bir Batık Kadar Yalnızım’ door Hanneke van der Heijden,  27 juni 2017.