Na ruim tien jaar komt tijdens de tweede helft van november de Servische vertaalster, publiciste en docente Neerlandistiek (Universiteit Belgrado) Jelica Novaković-Lopušina opnieuw naar de PEN-flat. Jelica Novaković raakte bij het grote publiek bekend toen ze tijdens de Navo-bombardementen op Servië in 1999 een dagboek bijhield in De Standaard. Het dagboek Gelukkig is wie bijtijds waanzinnig wordt werd achteraf gepubliceerd (Lannoo, 2000), gevolgd door een tweetalig brievenboek met reacties van lezers op het dagboek. In 2001 kreeg Novaković de Vlaamse PEN-prijs voor de brugfunctie die ze vervult tussen de Servische cultuur/literatuur en de onze.
Ongeveer een kwarteeuw geleden stichtte ze de leerstoel Neerlandistiek aan de universiteit van Belgrado en ondertussen heeft ze zowat een halve bibliotheek Nederlandstalige letteren vertaald naar het Servisch, onder wie niet de minste als Boon en Claus. Recent verschenen van haar hand de bloemlezingen moderne Nederlandse poëzie Kersvers (2009) en Klimop (2012), bedoeld voor de Servische studenten Neerlandistiek. In 2012 was ze nog de gastvrouw voor het regionale congres der Neerlandici.
In 2006 schreef Novaković samen met Sven Peeters een alternatieve gids voor Belgrado, Het Kafana-Tribunaal (Clio). Deze maand komt ze werken aan een volgend jaar te verschijnen boekje over het beeld van Gavrilo Princip in de Nederlandstalige letteren.