30 september is traditioneel Hieronymusdag, de dag van de vertaler. In het kader van deze dag vroeg PEN International ons om het gedicht The Scourge of War van de Eritrese journalist, dichter en songwriter Amanuel Asrat, die al sinds 2001 gevangen zit, te vertalen naar het Nederlands. Tijdens het 81ste internationale PEN-congres dit jaar, zal een van de lege stoelen voor hem zijn. Hier vindt u een artikel over hem.
Hier beneden leest u het gedicht van Amanuel Asrat, zoals het vertaald werd uit het Tigrinya naar het Engels door Tedros Abraham, evenals twee vertalingen in het Nederlands. (Meer vertalingen kunnen nog altijd opgestuurd worden aan pers@penvlaanderen.be).
The Scourge of War
Something growled
Something resounded
Pervading the serenity
It echoed something.
…Stuck
In that where two brothers pass each other
In that where two brothers meet each other
In that where two brothers conjoin
In the piazza of life and death
In the gulf of calamity and cultivation
In the valley of anxiety and peace
Something resounded.
While *chia and seraw spitting at each other
Sorghum and gramineae slayed one another
No one to collect it but feed on one another,
Then just a single seed…
Brimming with tear
Chopping a part of it – hacked
Sowed itself from itself.
…planted
On the yet to gush
On that indiscernible which and whose
Stream of Blood and water,
The seed…
Assorted by:
Freezing sun
Tempestuous nimbus cloud
Grayish lightening
Scalding rain…;
Slipping through bric-a-bracs of iron
Climbing on the spirit of death
Shouldering sterile life
Here, it has reached at spring season.
The seed…
Reached by itself
From the blood and water that has not gushed
Whose and to whom unascertained
Its tributaries unidentifiable
In that spring when it parted
But in that spring…
When it beheld to the right
He was a man, it was a beard
When it beheld to left
He was the earth, it was a seed
Bewildered… it fed on amazement
Tempted… but aligning is unlike of itself
Who is it to stick with, where to lurk
Who is it to win over or throw at
But that spring’s foulness is its ugliness
It ploughed with the beak of bullet
Spilled infinite lives
Swept passing from breath
Reaped death with death
Threshing it on shoulders of offspring
At last dented the fruit in misgiving.
For the fruit…
When day and night became one
Anxiety and serenity mingled
A world within a world
War within peace
Trust in the backdoor of betrayal
It sunk in bewilderment.
Is it not bewildering?
The scourge of the spring of war
After the tear of a mother for her offspring
The tear of a clan for its tenure
The tear of earth for earth
Flowed and flowed as a stream
No sooner earth got wet and muddy
Miring property
Entrapping all… having robbed
Than shovel and pick were produced
And shroud and stretcher sprang up
But…
How fast all is used up and all scramble for it
All of us crave and own it
The ugliness of the thing of war
When its spring reaches unwished-for
When its ravaging echoes knock at your door
It is then that the scourge of war brews doom
But…
You serve it willy-nilly
Unwillingly you keep it company
Still, for it to mute so ha..rd you pray!
*two types of acacia tree
De gesel van de oorlog
(uit het Engels vertaald door Katelijne De Vuyst)
Je hoorde iets grommen
Je hoorde iets dreunen
Wat de rust verstoorde
Het echode iets.
… Gevangen
Op de plek waar twee broers elkaar kruisen
Op de plek waar twee broers elkaar ontmoeten
Op de plek waar twee broers samenkomen
Op het plein van leven en dood
In de golf van rampspoed en teelt
In de vallei van angst en vrede
Hoorde je een gedreun.
Terwijl *chia en seraw elkaar bespuwden
Maakten graangewas en sorghum elkaar af,
Niemand die het oogstte, ze vraten elkaar op
Toen alleen dat kleine zaadje…
Op de rand van de tranen
Een stuk ervan kliefde – hakte
En zichzelf uit zichzelf zaaide.
… geplant
Op dat wat nog moest ontspringen
Op het onmerkbare waarvan en van wie
De Stroom van Bloed en Water,
Het zaadje…
Het doorstond:
Vriezende zon
Onstuimige regenwolken
Grauwe bliksem
Vurige regen…
Het glipte door een wirwar van ijzer
Beklom de geest van de dood
Stutte steriel leven
Nu brak de tijd aan om te ontkiemen.
Het zaadje…
Kwam op eigen kracht
Uit het bloed en water dat niet gutste
Van wie en voor wie is ongewis
Zijtakken onherkenbaar
Toen het verdween in de bron
Maar in die bron…
Als het naar rechts keek
Was het een man, was het een baard
Als het naar links keek
Was het de aarde, was het een zaadje
Ontredderd… werd het gevoed door verbazing
Aangelokt… maar toetreden ligt niet in zijn aard
Met wie moet het samengaan, waar moet het schuilen
Wie moet het overwinnen of bestoken
Maar de kwaal van de bron is het kwaad
Het spitte met de snavel van kogels
Verspilde oneindig veel levens
In een ademtocht weggevaagd
Het oogstte dood met dood
Dorste hem op de schouders van loten
Ten slotte butste het achterdochtig de vrucht.
Want de vrucht…
Toen dag en nacht één werden
Liepen angst en vredigheid in elkaar over
Een wereld in een wereld
Oorlog in vrede
Vertrouwen op de drempel van verraad
Het zonk ontredderd neer
Is het niet ontredderend?
De gesel van de bron van de oorlog
Na de traan van een moeder voor haar kroost
Vloeide de traan van een stam voor zijn land
De traan van aarde voor aarde
Vloeide en vloeide als een rivier
Zodra de aarde nat was en drassig
– Moerasgrond
Waar elke plunderaar vastzat –
Kwamen spade en houweel tevoorschijn
En doemden doodskleed en draagbaar op
Maar…
Hoe snel is alles opgebruikt als ieder het najaagt
Ieder van ons het wil bezitten
De gruwel van de oorlog:
Wanneer hij ongewenst uitbreekt
Wanneer zijn verwoestende echo bij je aanklopt
Brengt de gesel van de oorlog dood en verderf
Maar…
Willens nillens draag je ertoe bij
Tegen je zin houd je hem gezelschap
En toch blijf je bidden dat hij ooit zwijgt.
*twee soorten acacia’s
De gesel van de oorlog
(uit het Engels vertaald door Annemarie Estor)
Iets gromde
Iets weerklonk
De kalmte doorkruisend
Een echo van iets.
… Vast
In dat waar twee broers elkaar voorbijgaan
In dat waar twee broers elkaar ontmoeten
In dat waar twee broers zijn verbonden
Op het plein van leven en dood
In de golf van rampspoed en beschaving
In de vallei van vrede en angst
Weerklonk iets.
Terwijl chia en seraw spuugden naar elkaar
Slachtten sorghum en gramineae elkander af
Niemand verzamelt, maar vreet van elkaar,
Als is het maar een enkel zaadje…
Wellend als een traan
Een deel ervan afhakkend – kappend
Zichzelf van zichzelf zaaiend.
… geplant
Op het nog gaan spatten moetende
Op dat duidelijke dat en wiens
Stroom van bloed en water,
Het zaad…
Gesorteerd naar:
Aanvriezende zon
Onstuimige nimbuswolken
Grijzig lichtend
Schroeiende regen…;
Glijdend door rommeltjes van ijzer
Klimmend langs de geest des doods
Het steriele leven torsend
Hier heeft het de lente bereikt.
Het zaad…
Bereikt door zichzelf
Van het bloed en het water dat niet is opgeweld
Wiens, aan wie niet nagegaan
Zijn schatplichtigen onherkenbaar
In die lente, toen het vertrok
Maar in die lente…
Toen het rechts schouwde
Was hij een man, was het een baard
Toen het links schouwde
Was hij de aarde, was het een zaad
Verbijsterd… leefde het van verbazing
In de verleiding… maar het zelf kan zich niet uitlijnen
Wie is het om bij te blijven, waar te gluren
Wie is het om te overwinnen of iets naar te gooien
Enkel de valsheid van die lente is zijn lelijkheid
Het ploegde met de snavels van kogels
Verspilde oneindige levens
Vaagde alle adem weg
Oogstte dood met dood
Ranselde het af over de schouders van het nageslacht
Uiteindelijk blutste het de vruchten met zijn achterdocht.
Want de vruchten…
Toen dag en nacht één werden
Angst en kalmte zich vermengden
Een wereld in een wereld
Oorlog binnen vrede,
Stond vertrouwen in de achterdeur van het verraad,
En zonk het in verbijstering weg.
Is het niet verbijsterend?
De gesel van de oorlogslente…
Na de traan van een moeder om haar kroost
De traan van een clan om zijn bezit
Vloeide en vloeide de traan van aarde om aarde
Als een stroom
Al gauw werd de aarde nat en zompig
Eigendommen bemodderend
Alles verstikkend… berovend
Toen kwamen schop en pikhouweel tevoorschijn
En doodskleed en draagbaar sprongen op
Maar…
Hoe snel is alles op en allen grabbelen ernaar
Wij allen verlangen ernaar en bezitten het
Het wanstaltige van wat oorlog is
Als zijn lente ongewenst tot zich neemt
Als zijn plunderende echo’s kloppen aan je deur
Dan brouwt de gesel van de oorlog ondergang
Maar…
Je bent zijn dienaar nolens volens,
Onwillig hou je hem gezelschap
Maar toch, om hem te laten zwijgen bid je zo lui..d!
*twee boomsoorten van de acacia-familie
De gesel van de oorlog
(Uit het Engels vertaald door Joris Iven)
Iets rommelde
Iets weergalmde
Verspreidde zich in de sereniteit
Echode iets.
… Is blijven steken
Daar waar twee broers elkaar passeren
Daar waar twee broers elkaar ontmoeten
Daar waar twee broers zich bij elkaar aansluiten
Op het plein van leven en dood
In de golf van onheil en beschaving
In de vallei van angst en vrede
Weerklonk iets.
Terwijl *chia en seraw op elkaar spuwen
Maakten kafferkoren en weidegras elkaar af
Niemand om het bij elkaar te houden, maar wel om het elkaar te voederen,
Dan net een enkel zaadje …
Met een traan in de ogen
Er een stuk van af hakkend – afgekapt
Zelf gezaaid vanuit zichzelf.
… geplant
Op dat wat nog moet stromen
Op die onwaarneembare dat of diegene
Stroom van Bloed en water,
Het zaad …
Versrpeid door:
Een ijskoude zon
Een stormachtige regenwolk
Een grijsachtige opklaring
Schroeiende regen …;
Ontsnappend langs prulletjes van ijzer
Opklimmend langs de geest van de dood
Het steriele leven op zijn schouders nemend
Hier is het aangekomen in de lente.
Het zaad …
Zichzelf door zichzelf bereikt
Vanuit het bloed en het water dat niet heeft gestroomd
Van wie en tot wie onbekend
Zijn zijrivieren niet herkenbaar
In die lente toen ze vertrok
Maar in die lente …
Als je het bekeek van rechts
Was hij een man, was het een baard
Als je het bekeek van links
Was hij de aarde, was het een zaad
Verbijsterd … hij voedde zich met verbazing
Verleid … maar overeenkomen is wel tegengesteld aan zichzelf
Wie is het aan wie je je moet hechten, waar moet je je schuilhouden
Wie is het die je aan jouw kant moet krijgen of op wie je moet gooien
Maar die vuiligheid van de lente is haar lelijkheid
Het ploegde met de punt van de kogel
Vergoot oneindige levens
Ontnam de adem van de stervende
Dood met de dood gemaaid
Haar gedorst op de schouders van de kroost
De vrucht uiteindelijk gedeukt in onzekerheid
Om de vrucht …
Wanneer dag en nacht één worden
Angst en sereniteit zich mengden
Een wereld binnen een wereld
Oorlog binnen vrede
Vertrouwen aan de achterdeur van verraad
Zonk ze weg in verbijstering.
Is dit niet verbijsterend?
De gesel van de lente van oorlog
Na de traan van een moeder voor haar kroost
De traan van een stam voor haar eigendommen
De traan van de aarde om de aarde
Gevloeid en gevloeid als een stroom
Niet sneller werd de aarde nat en modderig
Eigendom in de modder te doen zakken
Het allemaal te doen verstikken … na het geroofd te hebben
Dan werden schop en pikhouweel gemaakt
En ontstonden doodskleed en draagbaar
Maar …
Hoe vlug is alles opgebruikt en iedereen scharrelt het bij elkaar
Wij allemaal hunkeren ernaar en eigenen het ons toe
De lelijkheid van de oorlogszaak
Wanneer de lente ervan de ongewenstheid bereikt
Wanneer zijn verwoestende echo’s aan je deur kloppen
Het is dan wanneer de gesel van de oorlog verderf brouwt
Maar …
Ongewild dien je hem
Willoos houd je hem gezelschap
En toch, om hem zo ha…rd te dempen bid je!
* Twee soorten acaciabomen