Flatgast Haile Bizen: “We kunnen het niet altijd over onze pijn hebben”

Foto: Patricia De Laet

Haile Bizen is een oude bekende van onze PEN flat: hij resideert er nu voor de derde keer. Wat wil hij deze keer met het verblijf in ‘zijn‘ koekenstad bereiken? Hij werkt deze keer aan kortverhalen en vertaalt Noorse gedichten naar het Tigrinya.

Bizen is dichter, journalist, kunstcriticus en vertaler. In 2009 vluchtte hij weg uit zijn geboorteland Eritrea, waar hij als redacteur bij een magazine en een uitgeverij werkte, en in de jury zat van Eritrea’s belangrijkste literaire prijs. Hij kon terecht in Noorwegen, waar hij samen met zijn gezin verblijft als ICORN-resident. Hij heeft twee dichtbundels en een verzameling kortverhalen op zijn naam staan. Ook vertaalde hij vijf Noorse kinderboeken en was hij een aantal jaren actief als voorzitter van PEN Eritrea (in ballingschap).

Is hij blij om weer in België te zijn? “Natuurlijk. Zeker omdat het winter is. Ik ontsnap aan de Noorse duisternis en de kou en de sneeuw daar! Het is hier al lichter dan waar ik woon. Antwerpen is ook anders dan mijn stad in Noorwegen. Ik vind het fijn om in de smalle straatjes van de oude stad rond te dwalen. Alles wat je ziet is anders: gebouwen, deuren, ramen, balkons. De architectuur. I love it! De smalle straten geven me ruimte om te denken, omdat ze leeg zijn, er is niet zoveel te zien.”

Bijdragen aan de stadscultuur

Haile houdt oprecht van Antwerpen. Tijdens zijn vorige verblijf in 2019 schreef hij het gedicht ‘Antwerpen, wil je met me trouwen?’ Daarin trekt een feestelijke karavaan door de stad, en iemand vraagt: “Antwerpen, wil je met hem trouwen?”

Het is een gedicht dat PEN Vlaanderen soms strategisch inzet.  De Eritrese dichter legt uit: “Af en toe zijn er problemen met het visum voor schrijvers uit andere landen. PEN Vlaanderen gebruikt dan mijn gedicht om die schrijvers een gezicht te geven. Via mijn gedicht laten ze zien hoe graag buitenlandse schrijvers hier zouden zijn. Want ook buitenlandse dichters en schrijvers kunnen bijdragen aan de stadscultuur!”

Recent werk

Voor zijn poëziebundel ‘Laten we zeggen dat ik ben’ kreeg Haile Bizen in 2024 de Best Writing Award van de Noorse Schrijversvereniging. De jury oordeelde dat Bizens werk een uniek perspectief geeft op het navigeren tussen twee culturen en een frisse blik op de samenleving biedt. Deze bundel is zijn eerste literaire werk dat in Noorwegen gepubliceerd werd (in het Noors en het Tigrinya).

Intussen is Bizens werk ook in het Nederlands vertaald door Peter Theunynck. Tien gedichten van zijn hand vind je in het DW B-nummer over Exil. Schrijven weg van huis. Schrijvers die zelf ontheemd zijn, staan centraal in deze editie. Je leest hoe ze de impact van hun vlucht ervaren, en een nieuwe thuis proberen op te bouwen. En bovenal: wat is dat, een thuis? Een exemplaar is te bestellen via deze link.

Een van de gedichten is ‘Onze recente familiefoto’, met een pakkende tekst. Dit gedicht draagt extra betekenis voor Haile: “Het laat echt zien hoe je probeert om op een nieuwe plek te wonen, dáár te zijn, en steeds je balans te zoeken. Je leeft in beide landen, je denkt op twee plekken. Soms denk je aan hoe je leven vroeger was, en dan bots je tegen het leven hier. De angst blijft duren. Ik volg iedere dag het nieuws, meestal van mensen in de diaspora, dus buiten Eritrea. Je vraagt je af hoe lang het zal blijven duren.”

“Ik kwam naar Europa toen ik volwassen was, 43 was ik, en ik had nooit de intentie om mijn land te verlaten. Nooit. Het was heel moeilijk om de ballingschap te accepteren. Veel van mijn vrienden zitten nog steeds in de gevangenis. En ik, ik ben een vrij man. Natuurlijk mis ik mijn land! Maar er is altijd hoop,” besluit hij, met een kleine flikkering in z’n ogen.

Schrijfplan

Is onze flatgast momenteel gedichten aan het schrijven of zit hij in een andere fase? “Ik werk momenteel aan kortverhalen! Ik heb wel ideeën, maar het lukt me niet meteen om ze uit te schrijven. Daarom ben ik ook bezig met het vertalen van Noorse poëzie naar mijn eigen taal, het Tigrinya. Ik heb er al bijna 100 vertaald. De bundel heet ‘Lachende gedichten’. Lachen is belangrijk, we hebben genoeg van de oorlog!”

En de kortverhalen, waar gaan die over? “Die gaan over mensen, en liefde. We kunnen het niet altijd over onze pijn hebben. Dictators maken vele slachtoffers. En als je zo’n slachtoffer bent, praat je veel over de dictators. Dus eigenlijk martelen ze je nog steeds. Daar moet je uit geraken! We moeten genezen.”

Het schrijfproces

Hoe begint Haile eigenlijk aan zijn poëzie? Start hij met woorden, met een beeld, of misschien met een bepaald idee? Heel resoluut komt het antwoord: “Meestal is het een beeld. En dat leidt me naar het idee. Hoe kan ik ernaar kijken, vanuit welke hoek? Mijn gedicht is als een schilderij. Alles is als een beeld.”

“Daarnaast hou ik ook van korte gedichten. In Asmara heb ik in 2001 een bundel gepubliceerd met grafische gedichten.” Hij toont de bundel in kwestie, vol sterke, visuele gedichten, die door hun vorm en lay-out een extra laag toevoegen. “Ik houd enorm van deze bundel. Het ziet er heel speels uit maar gaat wel over de realiteit in Eritrea. Er is een gedicht in de vorm van mijn land. En ook een klankgedicht over de militaire razzia’s. Maar de vorm van de tekst is een leesteken (in het Tigrinya). Dus ik heb de inhoud vermomd in de vorm van een leesteken.  

Interview: Patricia De Laet