Juan Manuel Roca werd geboren in 1946 en verliet zijn geboortestad Medellín om te gaan wonen en werken in Bogotá. Hij wordt gerekend tot de ‘ontgoochelde generatie’ Colombiaanse dichters die debuteerden in de jaren ’70 van de vorige eeuw, waarin het sociale en politieke klimaat in Colombia in toenemende mate bepaald werd door het niets ontziende geweld van de drugsmaffia en linkse guerrillabewegingen als de FARC.
Voor zijn bundel Las hipótesis de Nadie ontving Juan Manuel Roca in 2004 de Colombiaanse Staatsprijs voor poëzie. Zijn werk is bekroond met de Eduardo Cote Lamusprijs van de universiteit van Antioquia (deelstaat waarvan Medellín de hoofdplaats is), en in zijn geboortestad werd hem de Simón Bolívarprijs voor journalistiek en die voor het verhaal toegekend. Hij is ook doctor honoris cause van de Universidad del Valle.
In de poëzie van Juan Manuel Roca is het drama dat Colombia meemaakt sterk aanwezig, en bestaat het verleden als een ruïne voort in het heden. Belangrijke boektitels zijn o.m. Memoria del agua (‘Geheugen van het water’, 1973), Fabulario Real (‘Koninklijk Fabelboek’, 1980), Antología Poética (‘Bloemlezing uit de gedichten’, 1983), Prosa reunida (‘Verzameld proza’, 1993) en de roman Esa maldita costumbre de morir (‘Die vervloekte gewoonte om dood te gaan’).
Bij In de Knipscheer verscheen in 2008 de bundel Een standbeeld voor Niemand, in een vertaling van Stefaan van den Bremt, die ook nu met deze PEN-gast zal samenwerken.