Op 31 december 2012 berichtte The Guardian dat vijf Chinese activisten erin waren geslaagd een bezoek te brengen aan Liu Xia, vrouw van Liu Xiaobo, winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede 2010. Zij staat in Bejing onder huisarrest sinds de bekendmaking van de toekenning van de Nobelprijs aan haar man in december 2010. Liu Xiaobo zelf werd op 8 december 2008 thuis door veiligheidsagenten opgepakt en een jaar later formeel beschuldigd van het aanzetten tot omverwerping van de staat voor zijn medewerking aan Charta 08, een manifest waarin opgeroepen werd voor een nieuwe Chinese grondwet met erkenning en bescherming van de mensenrechten. Hij werd op 25 december 2009 veroordeeld tot elf jaar gevangenisstraf. Activist Hu Jia maakte een video-opname van hun bezoek aan Liu Xia en hij postte het filmpje op YouTube op maandag 28 december 2012, de verjaardag van haar man. Op het filmpje kan men zien hoe de mensenrechtenactivisten zich voorbij de veiligheidsagent dringen en de trap oplopen naar het appartement van Liu Xia, die hen ontroerd verwelkomt en in tranen omhelst. Meestal fluistert ze in het oor van een van de activisten opdat de camera het geluid niet zou registreren. Uit angst voor represailles vraagt ze de bezoekers weg te gaan. Huilend en lachend tegelijk neemt ze afscheid. Het bezoek duurde vier minuten en twaalf seconden. Aan AFP verklaarde Hu dat hij hoopte dat hun actie het startsein zou zijn tot meer bezoeken aan de illegaal onder huisarrest geplaatste vrouw van Liu Xiaobo: ‘Je kan het land laken voor haar eerste jaar onder huisarrest en de bewakers voor het tweede jaar, maar het zal ons allen, burgers, te schande maken als ze voor een derde jaar thuis gevangen wordt gehouden’. Naar aanleiding van de toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede 2012 aan Europa richtte de voorzitter van PEN International samen met andere voorzitters van mensenrechtencommittees de vraag aan Herman van Rompuy, José Manuel Barroso en aan voorzitter van het Europees Parlement Martin Schultz om de zaak van Liu Xiaobo in hun toespraak op de uitreiking van de Prijs op10 december 2012, wat ook de Mensenrechtendag is, expliciet te citeren en aan te dringen op zijn onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating. Ook bestuursleden van de Belgische Nederlandstalige PEN schreven brieven naar hen met dezelfde vraag. Geen van de drie heren ging op de vraag in. In de toespraak van Barroso stond alleen deze alinea: ‘En nu het vandaag de internationale mensenrechtendag is, gaan onze gedachten meer dan op een andere dag naar de verdedigers van de mensenrechten overal ter wereld die hun leven inzetten om de waarden te verdedigen die wij koesteren.En geen gevangenismuur kan hun stem tot zwijgen brengen. We horen ze in deze zaal vandaag.’ De aanwezigen hoorden stemmen die niet uit individuele monden kwamen en bij een gezicht pasten. De uitspraak van Barroso was zeer diplomatisch: ze beklemtoonde het abstracte ideaal dat de mensenrechten onbeperkt en voor iedereen gelden zonder concreet te verwijzen naar een Nobelprijswinnaar voor de Vrede in een land waar die rechten niet gelden . De gladheid van de diplomatieke taal staat in sterk contrast tot de weerbarstige poëtische taal waarmee dissidenten en activisten hun stem laten horen, ook achter gevangenismuren. Ik citeer een gedicht van Zheng Yichun, professor Engels tot aan zijn arrestatie in december 2004. Als freelance journalist publiceerde hij artikels op buitenlandse websites over de nodige politieke hervormingen in China. Als dichter publiceerde hij acht bundels. Veroordeeld tot zeven jaar celstraf wegens aanzetten tot ondermijning van het staatsgezag, kwam hij vrij eind 2011. Samen met J. De Meulder vertaalde ik volgend navrant gedicht van hem uit het Engels: Een bescheiden uitspraak Voor de rechtbank van de gangsters Kon ik niet voorwenden een gentleman te zijn Ik zou meer op een gangster lijken dan een gangster Meer op een bandiet dan een bandiet Ik zou beestiger zijn dan een beest Ik wou een tijger zijn, trots brullend in het bergwoud Ik wou het schijnproces ridiculiseren En de illegale overheid verslinden Dit is een bescheiden uitspraak Die ik, alleen maar groot als dichter, Open en bloot doe Als verzet tegen een oneerlijke maatschappij Joris Gerits
Mensenrechten
Bron: Streven 80/3 maart 2013, p. 195-196.