auteur en vertaler (december 2010 – januari 2011) Reet Kudu werd in 1949 in Tartu (Estland) geboren, waar ze de Estische taal en literatuur bestudeerde. Van 1975 tot 1981 werkte ze als redacteur bij de nationale radio. Nadat ze de beroemde Estse componist Arvo Pärt, die door de Sovjets gepest werd, in haar uitzendingen loofde, kreeg ze moeilijkheden met de overheid. Ze verloor haar baan en probeerde als auteur van kinderboeken aan de kost te komen. Omdat ze geen lid was van de officiële schrijversbond noch van de partij, lukte haar dat nauwelijks. Van 1988 tot 1995 was ze dramaturge aan het VAT-theater in Tallinn. In 1994 verscheen haar eerste roman Vrijheid en liefde, die door de kritiek werd geloofd als een pregnante schets van de actuele sociale problemen. Sinds 1995 is ze fulltime auteur en vertaler. In 2007 publiceerde ze een roman over de vrouwenhandel uit Midden- en Oost-Europa, die genomineerd werd voor de bekendste Estse prijs, de Tammsaare-prijs. In 2009 publiceerde ze naast twee novellen ook de biografie van een Estse natuurgenezeres die in de Sovjettijd werd vervolgd. Haar recente essays over de verhouding tussen Russen en Esten werden haar niet in dank werden afgenomen. Daarin neemt ze het met name op voor de gehate Russische minderheid, hoofdzakelijk arme arbeiders, terwijl de Estse collaborateurs uit de Sovjettijd buiten schot bleven. Ze nam het initiatief om het Estse PEN-centrum in een nieuw jasje te steken, samen met enkele jonge schrijvers. PEN Vlaanderen steunde haar daarin.Ze wil in ons land het probleem van de minderheden in de Baltische staten aankaarten.