Ayat Al-Ghormezi is 20 jaar, ze is een Bahreinse studente en dichteres. Op 30 maart werd ze gearresteerd nadat ze tijdens een manifestatie voor democratie op het Parelplein een gedicht had gelezen. In het gedicht bekritiseerde ze de koninklijke familie en vroeg ze om transparantie. Ze werd gedwongen te zwijgen toen gemaskerde politieagenten dreigden haar broers om te brengen. Sinds haar arrestatie heeft niemand haar meer gezien. Eén keer kon haar moeder met haar telefoneren en toen vertelde ze dat men haar gedwongen had een valse bekentenis te ondertekenen. Aan de moeder is later verteld dat haar dochter in een militair hospitaal verbleef nadat ze gefolterd was. Op 2 juni stond ze terecht voor een militair tribunaal in Manama op beschuldiging van ‘belediging van het vorstenhuis, deelname aan verboden bijeenkomsten en het verspreiden van valse informatie.’ De zaak werd verschoven naar 12 juni, en dan wordt er ook een uitspraak verwacht. Ayat al-Ghormezi is de eerste vrouw die gevonnist wordt na de onlusten en er wordt gevreesd dat haar een zware gevangenisstraf wacht als ze wordt veroordeeld.
Dit is een gedicht van de jonge vrouw:
KHALIFA[1]
Hoor mij:
U, de oudere,
De ‘goede man’, die ‘het recht vrijwaart’
(dat hebt u altijd verklaard),
Als ik excuses moest zoeken voor u,
Ik, voor u,
Voor de dingen die u hebt gedaan,
Zou ik wel gek lijken,
Want u zou op uw manier doorgaan,
En ons vermoorden als ‘verraders’.
Hoor mij,
Hoor ons allen, want wij vragen allemaal hetzelfde,
Beide sekten, alle Bahreini’s:
U moet gaan.
Neem Zijne Majesteit met u mee,
En laat uw daden achter.
U, verdrukker,
Waaraan ontleent u uw macht?
De macht om uw volk eronder te houden
Uw hele volk,
Zelfs vrouwen
Zelfs kinderen
Zelfs mannen.
Toch roept u op tot ‘dialoog’,
Zelfs te midden van uw brutaliteit?
Nee!… Nee!…
Eén woord: Nee!
Eén eis:
Geef ons ons Bahrein terug.
Geef dit land terug aan zijn volk,
Aan ons, zijn volk.
Ons Bahrein is van ons.
Vertaling: Frans Denissen en Stefan van den Broeck
[1] Khalifa (Arabisch): Premier