Op maandag 9 september werd in Turkije een nieuw hoofdstuk geschreven in het Cumhuriyet-proces, een politieke rechtszaak die nog meer dan andere symbool staat voor het monddood maken van de kritische pen. Voor het eerst immers staan geen individuele journalisten maar een hele ploeg, waaronder ook bestuurders, voor Turkse rechters. Een verslag van Tine Danckaers, die op vraag van PEN Vlaanderen de rechtszaak opvolgde.
11 september, Silivri, zowat 70 kilometer van het centrum van Istanboel, negen uur in een reeds zindere ochtendzon. Het gevangeniscomplex in dit district wordt met trots het grootste in Turkije genoemd. Het is dè plek in Turkije waar honderden politieke gevangenen achter de tralies zitten. En hier, in het gerechtshof het gevangenisterrein, vindt ook de laatste zitting van het Cumhuriyetproces plaats.
Niet alleen de datum, 9/11, ook deze plaats is symbolisch. Want Silivri is de plek waar gemediatiseerde en complexe rechtszaken plaatsvinden. Zo werden ook de befaamde Ergenekonprocessen (2008) hier bepleit.
In de Cumhuriyetzaak staan zeventien personen terecht in een staatszaak tegen de liberale krant Cumhuriyet, die tot voor kort de naam had een onafhankelijke en kritische pen te hanteren. De krant zou zich volgens de Turkse staat schuldig hebben gemaakt aan steun van terreurorganisaties uit linkse en Koerdische hoek en, meer, steun aan de Gülenbeweging. Deze islamitische beweging wordt door Turkije bestempeld als een terreurorganisatie die mee achter de couppoging in juli 2016 zit.
Weinig nieuws onder de zon, zo lijkt. Het proces is één van de zovele processsen tegen de media die plaatsvinden na de mislukte coup vorig jaar. Meer dan 140 media werden gesloten, meer dan 700 perskaarten geannuleerd en meer dan honderd journalisten gearresteerd, aldus Reporters Zonder Grenzen. Maar de Cumhuriyetzaak is nog symbolischer, klinkt het. Critici en mensenrechtenorganisaties bestempelen deze zaak immers als het punt waarna de vrije meningsuiting in Turkije definitief naar het graf wordt gedragen.
Chaotische beveiligingsprocedures
Sinds de hoorzittingen in juli werden twaalf beklaagden vrijgelaten. Vijf beklaagden bleven in de cel: de bekende onderzoeksjournalist Ahmet Sik, columnist Kadri Gürsel, hoofdredacteur Murat Sabuncu, bestuurslid Akin Atalay, en boekhouder Emre Iper.
Op 9/11 stromen busladingen media, sympathisanten, familie en vrienden toe om deze vijf steun te verlenen op een nieuwe, naar verwachting lange zittingsdag.
‘Wie zijn smartphone bovenhaalt, kan rekenen op confiscatie door de ordediensten en een persoonlijke procedure’
Terwijl de speciale ordediensten de camera’s op afstand houden, is het aan de ingang drummen om binnen te geraken. Niet iedereen geraakt immers zomaar tot in de zwaar bewaakte rechtszaal. Meer dan honderd advocaten wonen het proces bij, maar terwijl nog rijen zitplaatsen over zijn, mogen zelfs een tiental van hun collega’s aanvankelijk niet naar binnen. De zenuwen staan gespannen, de enorme aanwezigheid van ordediensten getuigt van een groot machtsvertoon.
De internationale delegatie, hier als waarnemende groep van het proces, wordt pas na bijna twee uur wachten via een alternatieve ingang naar binnen geloodst. De zittingsdag is dan al gestart. Bovendien krijgt deze groep afgevaardigden – waaronder PEN International en PEN België, Reporters Zonder Grenzen, de Europese Federatie voor Journalisten, consulaten – een duidelijke boodschap. Communiceren met de buitenwereld zal geen evidentie zijn. ‘Wie zijn smartphone bovenhaalt, kan rekenen op confiscatie door de ordediensten en een persoonlijke procedure’, verzekert een gendarme. Turkse burgers mogen niet mee, orders van de oversten, zo klinkt het. ‘Noem het maar moedwillige chaos’, klinkt het bij de internationale waarnemers. ‘Dit dient geen ander doel dan intimidatie en obstructie van de waarnemende groep’, zegt Jörgen Jörendsen van PEN Noorwegen.
Wat volgt is een lange dag die meer dan dertien uur duurt, en waarvan de zeven opgeroepen getuigen, de beklaagden en hun advocaten zich afvragen wat het nut is van wat ze zelf een herhaling zonder nieuwe elementen noemen. Bovendien hekelt een getuige de manier waarop zijn antwoorden tijdens een ondervraging nu gebruikt worden als zouden het verklaringen zijn. ‘Dat was nooit het geval’, zegt hij. ‘Die antwoorden zijn ad hoc reacties tijdens een ondervraging.’
Voorlopige vrijlating
In de verdediging wordt vooral sterk gepleit tegen de aanhouding van de vijf beklaagden tijdens de duur van het proces. Dit is in strijd met hun rechten, de Turkse grondwet en internationale rechtsnormen, aldus de advocaten.
Sterjournalist Ahmed Sik tijdens zijn bijzonder politiek en regeringskritisch betoog voor de rechtbank bij aanvang van het proces in juli 2017
Het is echter weinig waarschijnlijk dat alle vijf beklaagden worden vrijgelaten, klinkt het bij waarnemers en Turkse journalisten tijdens de pauzes. Maar de hoop is wel dat minstens twee beklaagden – columnist Kadri Gürsel en hoofdredacteur Murat Sabuncu – op deze dag worden vrijgelaten. De bewijsvoering tegen hen heet immers nog dunner te zijn dan die tegen de andere beklaagden. Het is een wijd gedeelde prognose, net als de even breed gedeelde stelling dat Ahmet Sik – die tijdens de vorige hoorzittingen een bijzonder politiek ren regeringskritisch pleidooi hield – als allerlaatste in dit proces zou worden vrijgesproken.
De zittingsdag eindigt echter helemaal anders. Na een zittingsdag van meer dan dertien uur en twee uur overleg komt om 23u30 de uitspraak van de rechters, opgesmukt door een overweldigende aanwezigheid van de ordediensten in de rechtszaal. De rechters willigen de eis in van de procureur en beslissen dat de vijf beklaagden blijven aangehouden. Bijkomend onderzoek en extra getuigenissen van onder meer experts zijn nodig, klinkt het. En daarmee volgen ze cynisch genoeg de pleidooien van de verdediging die meermaals stelde dat de bewijsvoering systematisch onvolledig en onvoldoende is.
Bylock en tweets als bewijsmateriaal
Tegen de volgende zittingsdag, 25 september, zal nieuw onderzoek gebeuren en zullen extra experts worden bevraagd. Daarmee wordt onder meer bedoeld dat bijkomend technisch onderzoek over het gebruik van Bylock nodig is.
In de verdediging maakten advocaten en beklaagden als Kadri Gürsel immers brandhout van het gebruik van de beveiligde chat-app Bylock als bewijsmateriaal voor een directe link met de Gülenbeweging. Turkije traceerde het voorbije jaar bij duizenden mensen het gebruik van Bylock. Volgens de Turkse staat is deze app immers gelinkt aan een ondergronds netwerk – lees: de Gülenbeweging – dat achter de couppoging van vorige zomer zit.
Ook op Gürsels telefoon werden Bylock-berichten getraceerd. Alleen werd niet eens onderzocht of Gürsel die app, ‘overigens een communicatiemiddel zoals een ander’, ook daadwerkelijk heeft gedownload, luidde het in de verdediging. ‘Bovendien’, zei Gürsel zelf, ‘heb je twee mensen nodig om te communiceren, om van actie te spreken. Ik krijg als journalist dagelijks honderden berichten binnen. Ben ik nu ook al schuldig als een Bylockgebruiker me probeert te bereiken? Ik weet niet eens wie al die mensen zijn.’ Gürsel beriep zich ook op het feit dat hij nu eenmaal journalist is, op zoek naar verhalen en naar getuigenissen, en ja, dus ook Bylockgebruikers.
In het dossier van Ahmet Sik werd ook een nieuw document toegevoegd. Dat verwijst naar tweets van Sik na de moord op de Russische ambassadeur in Ankara in december vorig jaar. De journalist weigerde in zijn tweets mee te gaan met de beschuldiging van de regering dat de Gülenbeweging achter de moord zat. Volgens Sik was dit niet zo, hij schrijft de moord eerder toe aan de linkse terreurbeweging dhkp-c of Syrische jihadistische groepen. Dat lijkt nu voldoende voor de openbare aanklager om de journalist, die cynisch genoeg altijd kritisch was voor de Gülenbeweging, nu als verdachte verdediger van diezelfde beweging te zien.
Politiek proces
De zeven getuigen die tijdens de eerste helft van de zittingsdag werden gehoord, kregen naast vragen over de redactionele lijn van de krant ook opvallend veel vragen voorgeschoteld over de manier waarop Cumhuriyet – bestuurd door een stichting en een bedrijf – werd gemanaged. ‘Hiermee wil men aantonen dat de redactionele lijn veranderde nadat Can Dündar als hoofdredacteur werd aangetrokken bij Cumhuriyet’, zegt een Turkse journaliste die anoniem wil blijven.
Can Dündar werd in 2015, samen met zijn Ankara-collega Erdem Gül, opgepakt wegens het verspreiden van beeldmateriaal waarop te zien zou zijn dat de Turkse geheime diensten MIT in 2014 wapens hielp smokkelen naar Syrië. ‘Dat kan best zijn’, zegt de journaliste, ‘maar wat bewijst dat dan? Dündar werd aangetrokken om de krant, die het financieel moeilijk had, opnieuw leven in te blazen. Maar de redenering die men hanteert, is dat Dündar orders heeft gekregen van de Gülenbeweging, die ook in de stichting van de krant zetelde.’
‘Deze zaak dient om af te schrikken, is een waarschuwing naar iedereen met een kritische pen’, zegt Gökhan Durmus, voorzitter van de vakbond TGS, die via een collectieve overeenkomst meer dan honderd leden heeft binnen de krant Cumhuryet. ‘Op zich is dat niet nieuw. Journalisten werden altijd al geviseerd, dat weten we. Net als het onwaarschijnlijke gegeven dat meer dan 160 journalisten achter de tralies zitten.’
‘Wel nieuw is dat in deze zaak niet alleen journalisten maar ook leden van de bestuursgroep van de krant worden aangeklaagd. Het is ook de eerste keer in Turkije dat men een zaak aanspant omwille van de redactionele lijn van een krant. En dat gebruikt men bovendien als bewijsmateriaal tegen bijvoorbeeld een boekhouder die aangeworven is na de verandering van die redactionele lijn.’
Vooral het dossier van onderzoeksjournalist Ahmet Sik wordt als een politieke afrekening gezien, vanwege zijn al te kritische pen. Dat schoof hij zelf naar voor in juli. Hij herinnerde de rechters eraan dat hij zelf door de Gülenisten achter de tralies was gezet wegens een aantal onderzoeksstukken naar hun machtsmisbruik. En nu werd hij cynisch genoeg ‘beschuldigd door de regeringspartij, de AKP, die zelf jaren had samengewerkt met de Gülenbeweging, van banden met de Gülenbeweging’, zo klonk Siks felle pleidooi tijdens de hoorzittingen in juli.
Ook Kadri Gürsel bracht deze keer een opvallend sterke getuigenis. ‘Ik ben een oppositiejournalist, ja. Ik heb namelijk andere ideeën over hoe en land vreedzaam wordt bestuurd en hoe het een vreedzame buitenlandpolitiek moet voeren’, aldus Kadri Gürsel. ‘Ik verdedig dat. Is dat dan de reden waarom alle pijlen op mij zijn gericht? Ik ben een journalist, een columnist, en word geacht met iedereen te praten. De vraag is dus waarom ik hier ben. Omdat ik een Bylock-gebruiker zou zijn of omdat ik een idee heb dat niet strookt met dat van het bestuur van dit land.’
PEN Vlaanderen volgt de zaak Cumhuriyet op en was in de persoon van vicevoorzitter Isabelle Rossaert ook bij de hoorzittingen in juli aanwezig. Tine Danckaers bezocht op 11/9 de laatste zittingsdag namens PEN Vlaanderen. Zij publiceerde dit stuk eveneens op MO*.