Op vrijdag 6 januari hield de grootste ‘schrijversvakbond’ van Vlaanderen, de Vlaamse Auteurs Vereniging (VAV), haar werkcongres in De Singel (Antwerpen). Eén van de activiteiten was de voorstelling van de werking van PEN-Vlaanderen. Erik Vlaminck, VAV-voorzitter sinds de stichting 5 jaar geleden, had in zijn nieuwjaarstoespraak aangekondigd dat hij in de toekomst graag meer met PEN-Vlaanderen wil samenwerken: “Op een belangrijk aantal vlakken hebben we raakpunten”, stelde hij terecht. Tijdens onze presentatie, die anderhalf uur duurde, mochten we ons verheugen op een 20-tal belangstellenden. Nagenoeg de helft ervan heeft nadien zijn kandidatuur gesteld om lid te worden. Hiermee is onze voorzitter, David Van Reybrouck, op zijn beurt bijzonder opgezet. David leidde de presentatie in. Tijdens een bestuursvergadering waarop we 3 nieuwe vrouwelijke bestuursleden verwelkomden (Annelies Verbeke, Geertrui Daem en Marleen Teugels) hadden we systematisch overlopen wat we doen, waarom we het (graag) doen en of we daarin geen prioriteiten voor de toekomst konden poneren. Deze ‘doorloop’ had onrechtstreeks tot gevolg dat Sven Peeters en ikzelf een powerpoint opstelden waarmee PEN-Vlaanderen naar een geïnteresseerd publiek kan trekken. We gebruikten het op de VAV-dag, samen met uitbreidingen naar de PEN-flat (Sven Peeters) en PEN-op-school (ikzelf). Sven had net enkele dagen hard gewerkt om de Azeri-flatgast Sakit ‘Mirza Sakit’ Zahidov op te halen van Zaventem, de buurt van de PEN-flat samen te verkennen én met hem (en met WIPC-lid en vertaler Maarten Tengbergen) een gesprek te voeren over zijn satirische poëzie waarin de Azerbeidzjaanse president zwaar op de korrel wordt genomen. De Antwerpse flat meer in gebruik laten nemen door mensen die er écht behoefte aan hebben, was precies immers een nieuwe prioriteit. Meer contacten hebben met ZebrArt, die zich ontfermt over gevluchte kunstenaars, was een ander speerpunt. Daarom hadden we Fatena Alghorra uitgenodigd, die ik had ontmoet en gehoord op een dag van Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Fatena, die sinds 2 jaar in Antwerpen woont en moest vluchten uit Gaza voor haar onverbloemd poëtisch werk, deed de aanwezigen de adem inhouden toen ze als besluit van haar verhaal haar verzen in het krachtige, muzikale Arabisch bracht. “Woman Power”, zei ze achteraf toen Geertrui Daem vroeg waarover het ging. “Ik wist het wel”, grapte Geertrui, die in haar een zielsgenote had gevonden.
(Karel Sergen)