Reizen tussen ‘taalhuizen’

Reem Younes is een Syrische schrijfster. Ze woont al negen jaar in België en publiceerde twee kinderboeken in het Arabisch. Sinds vorig jaar probeert ze in het Nederlands te schrijven. Over haar zoektocht naar het schrijven in een nieuwe taal, schreef ze voor onze website de volgende tekst.

Toen ik mijn Syrische vriendin aan de telefoon vertelde dat ik in het Nederlands begon te schrijven, zei ze op verwijtende toon: “ga jij stoppen met het schrijven in het Arabisch? Dat verwachtte ik niet van jou.”

In plaats van een antwoord te geven, bleef ik stil, ik reisde in gedachten terug naar het moment dat ik besloot om in het Nederlands te schrijven, en ik hoorde dit dialoog tussen mij en …

Lieve moedertaal, hoor je me?

Er is iets wat ik met je moet delen. Met pijn in het hart moet ik tijdelijk afscheid van je nemen. Neem me niet kwalijk, lieve moedertaal. Ik zal terugkeren naar jouw warme huis. Maar nu moet ik weg, ver van jou.

*Zal jij zonder mij je weg kunnen vinden?

Niet alleen zonder jou zal ik mijn weg moeten vinden, maar ook zonder mijn  vertrouwdebagage, ik laat mijn hart, ogen en ziel achter op jouw tafel, naast onze warme woorden. Ik ga op zoek naar nieuwe ogen, een nieuwe ziel en een nieuw hart – die zullen beter passen in het nieuwe huis van de taal waarheen ik ga. Ik reis verder met dezelfde koffer, die jij me gaf … Nu, op het ogenblik van vertrek ben ik ongerust, onzeker en bang. Ik sta op het punt een tweede keer te emigreren, en het voelt zwaarder dan de eerste keer.

Men zegt vaak dat wanneer je iets voor de eerste keer doet, het moeilijkst is. Maar voor mij blijkt de tweede keer nog zwaarder te zijn. De eerste keer was je altijd bij me, ik leefde in jouw warme omarming. Maar nu moet ik verder zonder jou, en dat doet pijn. Ik moet weg, weg van jou.

*Gaat de andere taal jou adopteren?

Nee, jij blijft mijn moedertaal, ook als ik in andere talen woon.

*Voel je je thuis bij haar?

Nog niet thuis, maar ik voel me veilig.

*Verzorg je goed, lieve kind, en vergeet me nooit, blijf schrijven.

Na paar minuten…

Beste Nederlandse taal,

Ik ben Reem, vanaf vandaag ga ik bij jou wonen, bedankt voor de uitnodiging.

Het is een eer om bij jou te mogen wonen. En ik voel me…

**Doe normaal en niet zo overdrijven!

**Heb je de grammatica goed geleerd?

Ja, mevrouw, maar u weet, grammatica bij u is een beetje complix.

**het is ‘complex’, met ‘e’. Zullen we er nauwkeurig aan beginnen?

**al doende leert men! Heb jij dit ooit gehoord?

(gebaren met mijn hoofd, naar boven)

**Als je nee bedoelt, zeg het dan gewoon.

**Waar worden de werkwoorden geplaatst in de bijzin?

Achteraan, mevrouw

**Ok, kom binnen. Vanaf nu mag jij bij mij wonen.

**De regels zijn:

Direct en duidelijk is meer dan genoeg

Weinig is krachtig

Afstand is altijd bescherming

Interactie is verrijking.

Sindsdien woon ik bij haar. Ik probeer de regels te volgen maar het lukt me niet altijd om stipt te zijn of de vocalen op de juiste manier uit te spreken.

Soms gebeuren dingen die me terug naar af brengen, niet omdat ik de taal niet begrijp en omdat ik te weinig woordenschat heb, maar ook omdat ik op een Arabische manier denk.


Woorden, ik zoek jullie
Waar zijn jullie?
Ver of dichtbij? Zitten jullie ergens verborgen? Zijn jullie verlegen?

Lieve taal, ik verdrink in de woorden, ik kan niet zwemmen

Een meer zie ik, een zee
Waar ben ik?
Thuis?

**nee, jij woont in jouw nieuwe huis 

Ik herinner me nog goed hoe ik negen jaar geleden begon met het leren van Nederlands. In mijn onwennigheid volgde en las ik in het ziekenhuis de symbolen op de borden van rechts naar links, waardoor ik helemaal de verkeerde kant op ging.

“Hoe komt dat? Heb je een probleem?” vroeg de verpleegster bezorgd.

“Ik heb het van rechts naar links gelezen,” antwoordde ik. “Net zoals ik in mijn moedertaal lees en schrijf.”

Ook al ben ik ver verwijderd van mijn moedertaal terwijl ik dit artikel schrijf, voel ik haar nog steeds, alsof ze vanuit de schaduw van mijn gedachten naar me gluurt.

Wanneer ik me verdiep in de Nederlandse taal, op zoek naar het juiste woord om uit te drukken wat ik wil zeggen, springt mijn Arabische taal plotseling achter het gordijn vandaan en roept: “Kom op, zo zeg je het in het Arabisch!”

Mijn moedertaal is de meester van de verbeelding in mijn wereld

Toen mijn zoon 4 jaar oud was, kwam hij naar mij toe en zei: ‘Er is een woord waarvoor ik geen Nederlandse vertaling kan vinden, en ik moet de vertaling vinden, om dit te zeggen aan Emma, een lief meisje in de klas.’

Aangezien ik een bepaald woord in het Arabisch gebruik wanneer ik mijn zoon omhels, wilde hij dat specifieke woord gebruiken om hetzelfde gevoel in het Nederlands uit te drukken.

Om hem te kunnen antwoorden, stelde ik voor om in het woordenboek te zoeken. We moesten echter zowel in het Arabisch woordenboek als in de Van Dale kijken.

We konden geen passende vertaling vinden, maar ik stelde de volgende vertaling voor:

‘Jij bent de zegen van mijn hart.’

Ik twijfelde of die vertaling de diepste betekenis van het Arabische woord vat. Voor mij betekent het letterlijk: ‘voeding voor het hart’.

Het was moeilijk om dit aan mijn zoon uit te leggen, dus vertelde ik hem:

‘Het hart is een levend wezen, dat zich voedt zoals ieder ander wezen. Maar waarvan leeft het hart? Van de nabijheid van dierbaren, van de aanwezigheid van geliefden in gezondheid en vreugde. Dat is het ware voedsel voor het hart.’

Na mijn lange uitleg glimlachte mijn zoon en zei: ‘Mama, “mijn hart” is de juiste vertaling. Dat zegt alles!’

Hij had gelijk, ik moest de regels van mevrouw Nederlandse taal goed houden:

‘Weinig is krachtig’

Blijkbaar is er voor sommige Arabische uitdrukkingen geen directe vertaling in het Nederlands mogelijk, waardoor de schrijver creatieve oplossingen moet bedenken.

Ik vind mezelf meestal in dezelfde situatie terug: ik denk in het Arabisch om iets in het Nederlands te zeggen.

De eerste tekst die ik schreef in het Nederlands was tijdens een cursus ‘creatief schrijven’ in Gent. De docent vroeg ons om iets vrolijks te schrijven, over een herinnering.

Maar mijn herinneringen zijn gelinkt aan Syrië, aan verlies, afstand en machteloosheid.

Hoe zou ik uit één van die herinneringen iets vrolijks kunnen halen?

Ik begon, en mijn tekst is weggegleden in het gebied van verlies, in het gemis van thuis en de familie die ik achterliet.

Ik vond de juiste uitdrukking niet voor mijn tekst, ik had moeite om de woorden te vinden.

Maar als ik mijn tekst las, kreeg ik de feedback die ik nodig had.

Maar was het vrolijk?

Totaal niet!

Schrijven in een nieuwe taal is een verantwoordelijkheid.

Tijdens een andere workshop schreef ik een verhaal voor kinderen en deelde dit met een dierbare vriend. Hij merkte op dat sommige uitdrukkingen niet mooi waren, zelfs lelijk. Dit kwam doordat ik Arabische metaforen had gebruikt in mijn Nederlandse tekst.

Nu, elke keer als ik in het Nederlands schrijf, echoën Aristoteles’ woorden in mijn hoofd: ‘Het misbruik van taal veroorzaakt kwaad in de ziel.’

Het kostte en kost me tijd om sommige woorden juist te gebruiken want onjuist gebruik of onnatuurlijke zinnen kunnen leiden tot verwarring.

Ursula Le Guin (1929-2018) zei:
‘Een schrijver is iemand die zich bekommert om de betekenis van woorden, wat ze uitdrukken en hoe. Schrijvers weten dat woorden hun pad naar waarheid en vrijheid zijn, en daarom gebruiken ze ze met zorg, bewust, met angst en met vreugde. Het goed gebruiken van woorden versterkt hun ziel.’

Het cultuurverschil speelt een cruciale rol, een waarheid die ik voor het eerst ondervond toen ik aan mijn eerste job in België begon. Mijn collega vroeg me of wij lange e-mails schreven in het Arabisch. Het was toen dat ik besefte hoe ik onbewust vaak alles heel uitgebreid uitlegde in mijn e-mails. Dat was het begin van mijn reis naar een andere manier van denken en uitdrukken.

Toch kan dit cultuurverschil een bron van verrijking zijn. Het is fascinerend hoe je extra creativiteit moet inzetten om je teksten te verfijnen en je te ontwikkelen tot een unieke literaire stem die de essentie van beide culturen en talen vat.

Tijdens mijn eerste cursus creatief schrijven voelde ik me schuldig tegenover mijn moedertaal. Maar nu ervaar ik een diepgewortelde dankbaarheid voor het Arabisch. Elke keer dat ik mij verdiep in Nederlandse synoniemen, ontdek ik ook de nuances van mijn Arabische woorden. Door te leren schrijven in het Nederlands, begrijp ik mijn moedertaal dieper dan ooit tevoren. Zo komt mijn moedertaal op een bijzondere manier dichterbij.

Hoe fascinerend is het dat je door de ontdekking van andere culturen en talen jezelf beter leert kennen?

Wat mij betreft, ik blijf de brug oversteken, van de Arabische oever naar de Nederlandse oever. Zonder deze twee oevers zou er noch een rivier, noch een brug zijn.

Dank aan Ine Pisters voor de eindredactie.