In 2009 kon de Iraakse schrijfster Selma M. Yonus met haar twee kinderen Irak verlaten dankzij ICORN, het International Cities of Refuge Network. De organisatie bood haar een nieuw leven in Noorwegen. Nu logeert ze in de Antwerpse schrijversflat van PEN Vlaanderen, om te genieten van rust en om aan haar roman te werken. We zochten haar op voor een gesprek.
Tot 2009 woonde en werkte Selma M. Yonus in Mosoel, de tweede grootste stad van Irak, in het noorden. Ze heeft Vertaling en Engelse Literatuur gestudeerd en werkte in Mosoel als cultureel adviseur, journalist en auteur. Haar artikels verschenen in lokale en Arabische kranten. Tot 2009.
PEN: Waarom besloot je Irak te verlaten?
Selma M. Yonus: “In 2004-2005 begon de aanval op iedereen die voor de pers of voor het nieuws werkte. Journalisten werden gemarteld, gekidnapt of vermoord. We verloren heel veel mensen, met name in Mosoel. Journalisten die voor nieuwszenders werkten, kranten, persagentschappen, zelfs Reuters en BBC. De namen van deze slachtoffers zijn bekend. De invasie van de V.S. creëerde een burgeroorlog tussen de lokale milities, waaronder Al Qaida. En zij wilden de journalisten gewoon uit de weg. De perscentra gingen allemaal dicht, alleen de Amerikanen waren er nog.”
“Ik kreeg ook bedreigingen, en besloot te vluchten. Eind 2007 trok ik naar Iraaks Koerdistan, waar ik als freelance journalist aan de slag ging. Maar ik kon daar niet blijven, ik was geen Koerd, en ook in dat gebied was er geen democratie en geen vrijheid van meningsuiting. Eigenlijk wilde ik altijd al weg uit Irak, omdat ik voelde dat ik niet in dat systeem paste, niet op sociaal vlak maar ook niet op mentaal of politiek vlak. Ik wilde vrij zijn, schrijven en publiceren.”
ICORN
Hoe kwam je op het spoor van ICORN?
“In 2008 zei een vriend me dat ik ICORN, het International Cities of Refuge Network, moest contacteren, omdat zij auteurs en journalisten beschermen. Dus stuurde ik een vraag naar het ICORN-kantoor in Stavanger, Noorwegen, dat nog niet zo lang bestond. Ik kreeg meteen een antwoord en stuurde alle mogelijke documenten door. Ik werd in het programma geaccepteerd maar moest 8 of 9 maanden wachten voor ik kon vertrekken. Intussen moest ik alles op en top geheim houden, om mezelf en mijn familie te beschermen, tot de dag dat ze me zouden bellen. En op die dag, werd ik op mijn werk ontslagen omdat ik de telefoon opnam tijdens het werk!”
“ICORN regelde alles, van de paspoorten voor mijn kinderen tot de vliegtickets. Ik kon het haast niet geloven. In april 2009 kwamen we aan in Stavanger, een rustige, zonnige dag” (glimlacht).
Een nieuw leven
Hoe kijk je terug op de reis naar een onbekend land? Was het een opluchting of had je toch vraagtekens bij je nieuwe leven?
“Eerst was ik toch wel in shock, ik was behoorlijk in de war. Ik keek naar mijn kinderen en dacht – waar zijn we, wat doen we hier? Tot ik me uiteindelijk realiseerde dat dit mijn nieuwe plek was. Maar de taal was moeilijk natuurlijk, en je maakt veel fouten op alle vlakken, in het systeem, in de cultuur,… Ik had vooral veel problemen met het systeem. We waren vluchtelingen nu, en het Noorse systeem was erg strak. Onmiddellijk op de dag van aankomst moest ik allerlei paperassen tekenen, zonder te weten wat het precies was! Maar Noorwegen had toen nog maar weinig ervaring met vluchtelingen, dat is inmiddels veel verbeterd.”
Was het moeilijk om weer te schrijven in Noorwegen? ‘Als schrijver verloor ik veel tijd’, zei je ooit.
“Alles nam veel tijd in beslag, en dat was frustrerend. Administratief werk, allerlei integratielessen die ik verplicht moest volgen,… Dat was immers de voorwaarde om een verblijfsvergunning te krijgen. Na een jaar kreeg ik gelukkig een goede coördinator van ICORN. Zij volgde mij op de voet en kon vanalles regelen. Samen hebben we het ICORN-systeem bijgestuurd zodat er meer rekening wordt gehouden met auteurs die tijd nodig hebben om te schrijven.”
Gedichten en kortverhalen
Selma Yonus heeft inmiddels drie dichtbundels en twee kortverhalenbundels gepubliceerd (in het Arabisch). Veel van haar gedichten zijn in verschillende talen vertaald.
Waarom die keuze van gedichten en kortverhalen?
“Mosoel is heel conservatief, en als jong meisje was er zelden iets leuks te doen. Dus zocht ik ervaringen in boeken en later in mijn eigen schrijven. Dat was de start. Kortverhalen en gedichten schrijf ik door elkaar. Ik was altijd een fan van kortverhalen want je kunt meer spelen met karakters, en de verhaallijn moet goed zitten. Als ik een idee voor een kortverhaal krijg, dan werk ik het meteen uit. De kortverhalen zijn vaak dystopisch. Ze gaan meestal over gevoelens en verlies, omdat ik dat heb meegemaakt. Soms vind ik een heel nieuwe stem, een nieuw karakter, ik weet niet waar dat vandaan komt. Mijn schrijfwerk is niet echt gestructureerd, I’m very messy in writing.” (lacht)
“Mijn gedichten zijn erg verschillend. De eerste bundel is eerder mysterieus met veel nadruk op taal, en de laatste uit 2021 is heel bijzonder omdat de gedichten in het Noors vertaald werden. Die bundel heet Vuggesang for Liten Kriger (Slaapliedje voor kleine krijger, Aschehoug Publishing, Noorwegen). Het was ook de eerste keer dat een redacteur van de uitgeverij mee las en suggesties gaf, dat was voor mij een heel interessante ervaring!”
Nieuwe roman
Heb je een concreet doel tijdens je verblijf in Antwerpen?
“Ik wilde graag eens op een andere plek zijn, om uit mijn eigen systeem te stappen. En ik zoek ook rust om te schrijven! Ik schrijf nu aan een roman in het Arabisch, met als titel (vertaald) Het verborgen leven van rechthoekige putten. Het verhaal draait om een journalist die tijdens de Amerikaanse bezetting van Irak bedreigd wordt door gewapende groepen in Mosoel, terwijl hij ook gezocht wordt door het Amerikaanse leger in verband met een mysterieuze aanslag op de burgemeester van de stad. Hij vlucht naar het platteland en bij mensen in een vervallen huis gaat hij als tuinman werken. De vrouw van het huis herinnert hem aan een vroegere liefde. Maar iedere keer is hij geschokt door nieuwe onthullingen – is wat hij ervaart werkelijkheid of illusie? Het centrale thema draait om liefde ondanks angst, afschuw en verlies. Daarnaast werk ik aan een vertaalproject, ik vertaal van het Noors naar het Arabisch. Dus hopelijk kan ik een van beide projecten afwerken!”.