“Deze rechtszaak gaat over criminalisering en het monddood maken van de journalistiek. Er is geen bewijs tegen mij.” Op maandag 15 april jl. verdedigde Erol Önderoğlu zich in Istanbul tegen de beschuldigingen die tegen hem lopen. Şebnem Korur Fincancı, voorzitster van de Turkse Stichting voor de Rechten van de Mens, en journalist Ahmet Nesin konden hun verklaringen niet afleggen tijdens de hoorzitting van vandaag.
Omdat de drie optraden als gastredacteur bij de solidariteitscampagne ‘Editors-in-Chief on Watch’ voor de opgeheven pro-Koerdische krant Özgür Gündem worden ze beschuldigd van o.a. “propaganda voor een terroristische organisatie” en “het aanzetten tot het plegen van een misdaad”.
Ooggetuigen zeiden dat de juryleden allemaal jong waren en onervaren
leken. “Ik betwijfel of u goed geïnformeerd bent over mensenrechten,” zei Önderoğlu onomwonden tegen de juryleden. U kunt hier zijn volledige toespraak nalezen (in het Engels). Ongeveer 75 journalisten, activisten van vrijheid van meningsuiting, internationale en nationale waarnemers woonden de hoorzitting bij.
De hoorzitting duurde een uur. Na afloop had de PEN-delegatie een ontmoeting met Erol Önderoğlu, die moe maar vastbesloten is: “Veel van mijn collega’s hebben maanden in de gevangenis doorgebracht. Ik ben tenminste buiten. Maar ik ben niet vrij. Na meer dan twee en een half jaar wachten, was het voor mij een opluchting om mijn standpunt in de rechtbank te kunnen uiteenzetten. Het is voor mij enorm belangrijk dat de rechtbank mijn boodschap daadwerkelijk in overweging neemt, zelfs als een onafhankelijke uitspraak hoogst onwaarschijnlijk is.”
De zaak wordt nu uitgesteld tot 17 juli. Wordt dus vervolgd …