Voorzitter PEN International Burhan Sönmez op VrijSpraak

foto: PAUL TEERLINCK

Op 17 maart 2023 vond VrijSpraak plaats, een eigenzinnig, vrijzinnig en veelzijdig sprekers-, debat- en ontmoetingsevent in Antwerpen, waar het vrije woord en het vrije, kritische denken centraal staan. Voorzitter van PEN International Burhan Sönmez ging er in gesprek met Sibo Kanobana (UGent) over artistieke vrijheid in de kunsten. Moderator Jana Kerremans schreef voor ons een reflectie.

Nog voor ik hem ontmoette, had Burhan Sönmez me al betoverd met zijn Istanbul, Istanbul, een raamvertelling in een ondergrondse Turkse gevangenis. In dit boek zegeviert hoop, de kracht van het onderduiken in een gedeelde verbeelding, diepe medemenselijkheid in de donkerste uren. Het was dan ook geen wonder dat Sönmez – ik mocht Burhan zeggen – dezelfde waarden liet zegevieren tijdens ons gesprek voor Vrij Spraak 2023, het feest van het Vrije Woord.

Vanuit Cambridge pendelt Sönmez naar Turkije, en – gelukkig voor ons –  deze lente ook naar Gent en Antwerpen.

Het publiek van VrijSpraak kreeg een primeur, zelfs zijn uitgever was niet op de hoogte: Sönmez schrijft zijn volgende boek in het Koerdisch. Het moet een landmark in zijn carrière zijn, tot op heden schreef Sönmez immers in het Turks. Zijn moedertaal is in Turkije verboden. Burhan moest eerder vluchten en verhuisde naar Engeland. Hij bleef schrijven en werd voorzitter van PEN International.

Over dat engagement hebben we het niet eens gehad tijdens ons gesprek. Uit zichzelf grossiert Burhan in hoop, hoop voor de generatie schrijvers die nu opstaat, hoop voor jonge vrouwen, hoop voor de blijvende transformatieve kracht van literatuur. Ons gesprek meanderde van de kansen en limieten van taal over postkoloniaal taalgebruik en semantische schijnverschillen. Burhan leerde ons dat het lemma dat gesprekspartner Sibo Kanobana en ik zouden vertalen als ‘mother tongue/ moedertaal’ , in het Koerdisch ’the language one learns in his/her’s mother’s womb’ uitdrukt.

Op een moment waarop hij even uitgesproken was, viel ik op mijn beurt helemaal stil. Ook het publiek begreep dat het goed was om soms tussen Sönmez’ woorden te mogen schuilen.

Daarna namen de Stadsdichters het woord, zij herstelden hun Antwerpen in eer. In de taal die ze in hun mama’s baarmoeder hebben geleerd.