PEN International veroordeelt pogingen om schrijvers Arundhati Roy en Sheikh Showkat Hussain te vervolgen

Image credits (left to right): CC BY-SA 3.0, CC BY-NC-SA 2.0

“Wij veroordelen de recente poging van de Indiase autoriteiten om schrijvers Arundhati Roy en Sheikh Showkat Hussain te vervolgen voor uitspraken die zij meer dan 13 jaar geleden hebben gedaan. Wetgeving om terrorisme te bestrijden mag nooit worden gebruikt als instrument om vreedzame dissidenten te criminaliseren”, aldus Romana Cacchioli, uitvoerend directeur van PEN International.

PEN International herhaalt haar oproep tot onmiddellijke stopzetting van alle juridische procedures tegen schrijvers Arundhati Roy en Sheikh Showkat Hussain. PEN International dringt er ook op aan bij de Indiase autoriteiten om de zeer draconische Indiase antiterrorismewetgeving, de Unlawful Activities (Prevention) Act, aan te passen aan internationale normen, waaronder het recht op vrijheid van meningsuiting.

Op 14 juni 2024 gaf de luitenant-gouverneur van Delhi de Indiase autoriteiten toestemming om de schrijfsters Arundhati Roy en Sheikh Showkat Hussain te vervolgen op grond van de beruchte Indiase antiterrorismewet, de Unlawful Activities (Prevention) Act, of UAPA, naar aanleiding van hun uitspraken tijdens een conferentie in 2010.

De UAPA is een zeer draconische wet die de autoriteiten uitgebreide bevoegdheden geeft om personen zonder aanklacht te arresteren en vast te houden, met een hoge drempel voor borgtocht. Het resultaat is een situatie waarin het proces zelf de facto een straf is geworden, waarbij veel mensen die onder de UAPA vallen jarenlang in voorarrest zitten voordat ze de kans krijgen om hun onschuld voor de rechtbank aan te tonen. In de afgelopen jaren zijn schrijvers, dichters, geleerden en journalisten het doelwit geweest van de UAPA, wat leidde tot wijdverbreide kritiek op de wetgeving.

De aanhoudende pogingen van de Indiase autoriteiten om Roy en Hussain te vervolgen komen voort uit hun deelname aan een conferentie over Kasjmir die op 21 oktober 2010 plaatsvond. De conferentie werd georganiseerd door het Comité voor de Vrijlating van Politieke Gevangenen en vond plaats op een moment van verhoogde onrust in het betwiste gebied, waaronder massaprotesten die uitbraken als reactie op het doden van drie Kasjmirse burgers door het Indiase leger, waarvan het oorspronkelijk beweerde dat het terroristen waren.

Tijdens de conferentie hield Roy een toespraak over de noodzaak van gerechtigheid in Kasjmir en bekritiseerde ze het bestuur van de Indiase regering over het gebied. In de daaropvolgende dertien jaar werd er door de autoriteiten geen verdere actie ondernomen tegen Roy, Hussain en twee andere medegedaagden (die beiden in de tussentijd zijn overleden). In augustus 2019 herriep de Indiase regering de speciale status die Kasjmir genoot en die de deelstaat substantiële regionale autonomie gaf onder het verdrag van toetreding tot India in 1947. De herroeping van de status wordt momenteel juridisch aangevochten bij het Indiase Hooggerechtshof.

De nieuwste poging om Roy en Hussain te vervolgen vindt plaats slechts enkele dagen na de nationale verkiezingen in India, wat een negatief signaal is van de intentie van de autoriteiten om door te gaan met hun pogingen om kritische stemmen te delegitimeren.